EEL-S2-3

Bediening en besturing van actuators

EEL-S2-3

 EEL-S2-3

    • aangedreven door twee actuators
    • gesynchroniseerde pararelle aandrijving
    • Hall-sensoren verplicht
    • bruikbaar voor alle actuators

     

    De S2-3 is ontworpen voor het aansturen van twee paralelle actuators. Synchronisatie wordt bereikt door de snelheid van de actuator tijdens bedrijf aan te passen. Als de aanpassing de onbalans tussen de twee actuators niet kan compenseren dan zullen de aandrijvingen worden gestopt.

    Op deze manier kan mechanische stress en breuk worden vermeden. Daarnaast bevat de S2-3 een stroombegrenzing en vermogensstadium temperatuur bescherming. S2-3 heeft instelbare start- en stop ’ramps’ voor soepele beweging.

    De basisbesturing word uitgevoerd met vooruit-, achteruit- en stop-commando's, ofwel in continue modus (puls modus).

    De kalibratie-ingang is bedoeld om het systeem te bedienen naar zijn initiële/startpositie. Dit gebeurt met lage snelheid. Een groot aantal parameters kan worden aangepast naar verschillende eisen en toepassingen.

    De parameters worden ingesteld met de handige interface S2-PROG of laptop/pc naar de config-connector.

    EEL-S2-3-A

     EEL-S2-3-A

      • print los
      • 73 x 78 x 25 mm (L x W x H)

       

       

       

       


      EEL-S2-3-B

       EEL-S2-3-B

        • box versie
        • 102 x 73 x 47 mm (L x W x H)

         

         

         


        EEL-S2-3-D

        EEL-S2-3-D

          • DIN rail behuizing

           

           

           

           


          Accessoires

          Accessoires

          LET OP ! USB-dongle dient eerst aangebracht te worden en dient minimaal 2 minuten verbonden te zijn met de PC voordat de Software geïnstalleerd wordt. Wanneer deze volgorde niet wordt aangehouden kan dit resulteren in het mogelijk niet correct werken van de software.

          • BP10.2000.0001 Programmeerbox voor standalone gebruik.
          • BP10.2000.0002 Molex minifit adaptor (female) incl. kabel.

           

           

           

           


          Eigenschappen

          • Gesynchroniseerde parallelle aansturing
          • Stroom en temperatuur protectie
          • Instelbare snelheid
          • Instelbare soft-start en soft-stop
          • Verschillende aansturingsmodussen
          • Groot aantal parameters
          • Eenvoudige instelling met seriële interface
          • Goede herhaalbaarheid van instellingen
          • Autobalance-functie

          Technische informatie

          • Toevoer: 12-24VDC, gefilterd
          • Rimpeling: minder dan 20%
          • Output van de spanning = voedingsspanning
          • Rustige voeding: 15mA
          • Motor voeding: 2x10A cont. 2x20A, 25% belasting
          • PWM frequentie: 2kHz
          • Voeding limiet: 1-20A
          • Temeperatuurbereik: 120°C (power stage)
          • Oplooptijd: 0-2 sec
          • Pulsingangfrequentie: max. 1 kHz
          • Besturingsingangen: 0-1V = UIT; 4-30V = AAN (impedantie 10kO)
          • Foutuitvoer: Actief, trek max. 50mA naar beneden
          • Aux. uitgangsspanning: 5V / 20mA
          • Afmetingen: 78 x 73 x 25mm (LxWxH)
          • Operationele temperaturen: van -20° tot 60°C
          • Gewicht: 110g
          • CE: Elektromagnetische compatibiliteit, industriële omgeving

          Bedrading

          Bedrading

          1 GND (0V) + blauwe draad voor Hall

          Voeding 12 - 24 VDC (gebruik zekering)

          3 Actuator A +

          4 Actuator A -

          Actuator B +

          Actuator B -

          7 Hall b motor A (groen)

          Hall a motor A (geel)

          9 UIT (forward) alleen pos. signaal

          10 IN (backward) alleen pos. signaal

          11 Hall b motor B (groen)

          12 Hall a motor B (geel)

          13 Stop, input voor externe stop input, alleen pos. signaal

          14 5 V/20 mA output voor Hall en aansturing (bijv. forward/backwards commando, rode draad voor Hall)

          15 Fout output, actief laag alarm. Open collector

          16 Callibratie, positie commando start de callibratie routine

          Sluit de motoren en voeding aan zoals in de afbeelding.

          Inputs/Outputs

          • Puls A en B zijn voor inkomende feedback puls-lijnen. Parameter 13 moet op "1" worden gezet
          • FW & BW zijn command inputs forward/backward
          • STOP input is voor gebruik van het externe stop commando (bijv. eigenschakelaar)
          • Callibratie input is voor het starten van de callibratie routine
          • FOUT input zie de foutsituaties
          • INPUTS: 4V-30V als "hoog" signaal level en 0V-1V als "laag" signaal level
          • OUTPUT: NPN open collector max. 50mA

          Parameter beschrijving

          Verbind de C2-PROG op de config-connector. Dit kan met voeding aan gedaan worden. C2-PROG laat het type apparaat in de display zien. Druk op de select knop en loop door de parameters met de pijltoetsen. Parameters kunnen gewijzigd worden met de +/- toetsen. Sla de nieuwe instellingen op met de save-knop (hou meer dan 5 sec. ingedrukt).

            Kwaliteit  Instelling     Default
            1 Snelheid   40-100%   40-100   100(%)
            2 Calibratie snelheid   20-60%   20-60   60(%)
            3 Start ramp   0-2 sec.   0-20   0,5(sec)
            4 Stop ramp   0-2 sec.   0-20   0(sec)
            5 Stroom limiet   1-25A   10-250   20(2A)
            6 Verschil limiet   3-50 pulsen   3-50  10(pulsen) 
            7 Aanpas gedrag   soe->agres   1-10   5
            8 I-trip indicatie   disa=0; ena=1   1
            9 Start conditie   both. dir=0; only rev if I-trip=1; only rev if stop=2; only rev=3     1
            10 Control mode   cont=1; impuls=2; impuls-2=3; Cont + cont calibration=4   1
            11 Veiligheids omkeertijd     disa=0; 1-30 reverse time after I-trip   0(sec)
            12 Auto balans trigger   disa=0; 1-255 trigger point active   0(pulsen)
            13 Dubbele puls mode   disa=0; ena=1   1
            14 Eind limiet FW   disa=0; FWD end limit=1-65535   0(pulsen)

          Snelheid is de snelheid in normale modus.

          Calibratie snelheid is de lage snelheid tijdens de calibratie routine.

          Start- en stop ramps definieert de acceleratie en deceleratie tijd van 0-100%-0 snelheid.

          Stroomlimiet is limiet waarde voor stroom trip. Als de stroomwaarde wordt overschreden, stoppen de motoren. Tijdens de periode van de start-ramp + 1 sec. is de stroomlimiet 1,5 x de stroomwaarde van de ingestelde stroomlimiet.

          Verschil limiet is de waarde van het grootst toelaatbare verschil tussen A en B puls tellers. Wanneer de waarde wordt overschreden, worden de motoren gestopt.

          Aanpas gedrag definieert hoe snel en hoe intens de besturing de synchronisatie aanpast tussen motors A en B. Soepel 1 > agressief 10.

          I-trip indicatie fout output kan op “aan”(default) gezet worden ook in stroom trip situatie.

          Start conditie maakt het mogelijk de motor te herstarten in ofwel beide richtingen of één richting na een trip of stop situatie.

          Controle mode stelt de control mode in. In continue mode loopt de motor zolang het commando (fw/bw) “aan” is. In impuls mode wordt de motor met een korte command gestart en in tegengestelde richting gestuurd met een tegengesteld commando. Motor stopt alleen met “stop” commando. In “Impuls-2” mode start de motor met een korte (fw/bw) puls. Het volgende commando stopt de motor, het commando daarna (fw/bw) start de motor weer. In “Continue(4)” mode lopen de motoren zolang als de knoppen geactiveerd zijn en tijdens calibratie mode moeten knoppen ook geactiveerd zijn. Uiteraard, in alle modes stoppen de motoren bij verschil limiet, stroom limiet en stop-command.

          Veiligheids omkeer betekend automatische omkering van richting, wanneer de motor is gestopt door overbelasting = I-trip. Stop input triggered deze functie ook.

          Autobalans puls mode zorgt ervoor dat de besturing motoren met twee Hall-sensoren kan aansturen. Moet altijd “aan” zijn.

          Eind limiet fw is een puls teller “eind-stop” voor fw richting. De positie wordt bepaald in pulsen van 1-65535. Waarde 0 betekend dat de eind-stop niet in gebruik is. Let op: deze functie kan niet worden gebruikt bij alle combinaties van overbrengingen en slaglengte doordat het aantal pulsen van 65535 wordt overschreden.

          Calibratie routine is een calibratie voor het balanceren van het systeem. Calibratie kan gestart worden door een fw en bw commando tegelijkertijd voor 3 sec. te activeren of met inkomend signaal op calibratie input. Calibratie routine kan onderbroken worden door een nieuw fw of bw commando of signaal op STOP input. Wanneer de calibratie routine start, lopen beide motoren langzaam uit in dezelfde richting totdat de motoren worden gestopt door stroom limiet of omdat er geen pulsen meer komen.

          Tijdens de calibratie knippert de fout-LED langzaam. Wanneer het knipperen stopt en beide motoren gestopt zijn, heeft het systeem de pulstellers ge-reset. Nu is het systeem gereed voor gebruik. Indien het nodig is de draairichting van de calibratie mode te wijzigen, verwissel dan de motor en de Hall-signaal draden.

          Fout situaties

          De motor zit vast (stroom trip), pulsen verdwenen of puls verschil is te hoog (verschil limiet). De besturing stopt de motoren en de FOUT output is ‘pulled down’ (ook in I-trip wanneer indicatie “aan” is). Wanneer de motor herstart wordt, wordt de FOUT output ge-reset. Fouten worden ook aangegeven door de fout-LED:

          • 1 x knipperen = positie ‘corrupted’ (calibratie nodig)
          • 2 x knipperen = stroom trip
          • 3 x knipperen = pulsen verdwijnen
          • 4 x knipperen = verschil limiet
          • 5 x knipperen = temperatuur protectie

          Jumpers

          In normale modus staan beide jumpers in de meest rechtse positie.

          Monitoring

          Tijdens normaal gebruik is het mogelijk de functie van de besturing te monitoren met de C2-PROG. Selecteer de monitor mode in de C2- PROG en de volgende waardes zijn te bekijken:

          • 1 stroom, motor A 10 - 250 = 1 - 25 A
          • 2 stroom, motor B 10 - 250 = 1 - 25 A
          • 3 puls teller, alleen motor A
          • 4 puls teller verschil
          • 5 positie teller A 0 - 65535
          • 6 positie teller B 0 - 66535

          Feedback pulsen

          De besturing telt puls ‘edges’ zodat de waarde dubbel vergeleken wordt met het actuele aantal pulsen.

          Waarschuwingen en aanbevelingen

          • Stel de max. stroom 10% hoger in dan de maximum stroom tijdens het lopen van de motor. Dit geeft de beste condities voor langere levensduur van motor, actuator, mechanica en elektronica.
          • Het is belangrijk om er zeker van te zijn dat de voeding voldoende stroom levert voor de besturingsprint, anders kunnen de besturing en actuator beschadigd raken.
          • Dubbelcheck de correcte polariteit van de voeding. Wanneer verkeerd aangesloten, raakt de S2-3 beschadigd.
          • Let op: S2-3 heeft geen zekering. Gebruik een externe zekering afhankelijk van applicatie.