Snelschakelventielen

Filteren

MATRIX snelschakelventielen

Animatie van de werking van een snelschakelventielMATRIX Technologie

Zero Internal Friction

Traditionele magneetventieltechnologie is gevoelig voor verschillende betrouwbaarheids- en prestatieproblemen vanwege het ontwerp, de inertie van de componenten, de hoge temperaturen vanwege de grote elektrische spoelen en in het bijzonder door de interne wrijving van de componenten.

De technologie van MATRIX maakt gebruik van twee zeer innovatieve principes;

  • de afwezigheid van interne wrijving tijdens de opening en sluiting van de klep (ZIF - Zero Internal Friction-technologie);
  • de modulaire architectuur, waardoor meerdere kleppen in één behuizing kunnen worden gemonteerd om extreme prestaties en flexibele configuraties te verkrijgen.

MATRIX-ventielen, gebaseerd op de bewezen en gepatenteerde technologie van Zero Internal Friction (ZIF), met lichtgewicht onderdelen en energie-efficiënte materialen, bieden uitstekende prestaties op het gebied van reactietijd, betrouwbaarheid en levensduur, waardoor ze uiterst snelle activeringen, precisie en grote herhaalbaarheid kunnen garanderen. (zie fig. 1)

Speed-Up technologie

Om het energieverbruik van de ventielen te verlagen, maakt MATRIX gebruik van de Speed-Up technologie (ook wel bekend als peak & hold) (zie fig. 2). Hierbij vereist het ventiel slechts 100% aanspreekspanning van het besturingssysteem tijdens de openingsfase en wordt daarna in een tijdsspanning van <5 ms verlaagd tot een houdspanning. Dit bespaart > 90% van de energiekosten en vermindert tegelijkertijd de warmteontwikkeling.

Pneumatische magneetventielen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: digitaal aan-uit en proportioneel. Digitale magneetventielen combineren hun open-gesloten positie met een elektrische aan-uit regeling, terwijl proportionele magneetkleppen een specifieke positie combineren met een regelbare spanning. De MATRIX ventielen kunnen direct worden aangestuurd (aan-uit signaal) met de onderstaande modulaties.

PWM / Pulse-Width-Modulation (fig. 3): is het opwekken van een blokgolf met constante frequentie en variabele puls duur. Een lineaire toename van de cyclustijd komt overeen met een lineaire toename van de impulsduur, wat een proportionele variatie van de flow betekent (2/2 NC). De stroom kan oneindige waarden aannemen tussen 0 en de maximale flow gerelateerd aan de eigenschappen van de klep.

PFM / Pulse-Frequency-Modulation (fig. 4): is het opwekken van een blokgolf met variabele frequentie (periode) en een constante impulsduur. Een FPM-regeling voor een 2/2 NC magneetventiel impliceert een proportionele variatie van de maximale flow in verhouding tot de frequentie.

PNM / Pulse-Number-Modulation (fig. 5): is gebaseerd op de kenmerken van de multi-ventielen en is het genereren van aan-uit regelgroepen. Dit betekent dat een PNM-regeling (variabel van 0 tot n) toegepast op een groep van n kleppen met gelijke flow, een proportionele variatie tot n van de passerende flow met zich meebrengt. De flow kan n waarden aannemen, gerelateerd aan het aantal gecontroleerde kleppen. Bij n = 8; 8 interne kleppen in het multi-ventiel, zijn dus 8 unieke waarden bereikbaar.

PCM /Pulse-Code-Modulation (fig. 6): is gebaseerd op de kenmerken van de 860-serie multi-ventielen en maakt gebruik van de principes van binaire codering. PCM bestaat uit het genereren van een aan-uit signaal op de interne kleppen in het multi-ventiel met elk een unieke doorlaat. Dit betekent dat de flow verschillende waarden kan aannemen, afhankelijk van de gebruikte combinatie van kleppen. In het geval van 8 kleppen in het multi-ventiel, zijn 256 unieke flowwaarden te genereren.